14ZW3VZCW - page 20

Zorg & Welzijn serie 2014
20
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen
Werkprocessen:
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
(BP 1.3, BP 1.5, BP 2.3, BP 3.1)
Componenten:
vakspecifieke mentale vaardigheden aanwenden
Eindgedrag:
Je verzamelt gegevens om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met
naasten, in kaart te brengen.
In de VVT, de GHZ en de GGZ voer je een anamnesegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund
door naasten.
Je maakt gebruik van je kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden
van zorgcategorieën in de specifieke branche.
Je analyseert de verzamelde gegevens, formuleert (mede) zorg- en ondersteuningsdoelen en passende
activiteiten en stelt (mede) het zorgplan op.
Je bespreekt eventueel het zorgplan met de zorgvrager en betrokkenen, en vraagt om instemming.
1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit
(BP 2.4)
Componenten:
vakspecifieke mentale vermogens aanwenden, vakspecifieke manuele vaardigheden
aanwenden
Eindgedrag:
Je voert in het kader van de individuele gezondheidszorg verpleegtechnische handelingen – waaronder
voorbehouden en risicovolle handelingen – uit in opdracht van een arts.
Je voert de verpleegtechnische handelingen uit zoals beschreven in de matrix bij de toelichting op
werkproces 1.3 in het kwalificatiedossier Verzorgende IG, 2011, blz. 26, 27 en 28.
Je houdt rekening met de specifieke context van de zorgvrager.
1.4 Voert partusassistentie uit (alleen kraam)
(BP 2.4, BP 3.1)
Componenten:
vakspecifieke mentale vermogens aanwenden, vakspecifieke manuele vaardigheden
aanwenden
Eindgedrag:
Je biedt in de KZ continue begeleiding bij de bevalling. Je begeleidt de barende vanaf het begin van de
bevalling.
Je assisteert de verloskundige of arts tijdens de bevalling, bijvoorbeeld door middel van het organiseren
en aanreiken van materialen en middelen.
Je begeleidt de barende en haar partner, bijvoorbeeld bij het opvangen van de weeën.
2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep
(BP 3.2, BP
3.3)
Componenten:
expertise delen
Eindgedrag:
Je werkt aan jouw deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Je leest vakliteratuur,
volgt bijscholingen en voert jouw werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden.
Je vraagt feedback over je eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Je stelt samen met jouw
leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit.
Je neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert zo een
bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan
anderen.
I...,10,11,12,13,14,15,16,17,18,19 21,22,23,24,25,26,27,28,29,30,...41
Powered by FlippingBook