Zorg & Welzijn serie 2014
26
Competentie M: Analyseren
Werkprocessen:
1.1 Stelt (mede) het zorgplan op
(BP 1.3, BP 2.3, BP 3.1)
Componenten:
informatie genereren uit gegevens, conclusies trekken, verbanden leggen
Eindgedrag:
Je verzamelt gegevens om de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met
naasten, in kaart te brengen.
In de VVT, de GHZ en de GGZ voer je een anamnesegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund
door naasten.
Je maakt gebruik van je kennis over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden
van zorgcategorieën in de specifieke branche.
Je analyseert de verzamelde gegevens, formuleert (mede) zorg- en ondersteuningsdoelen en passende
activiteiten en stelt (mede) het zorgplan op.
Je bespreekt eventueel het zorgplan met de zorgvrager en betrokkenen, en vraagt om instemming.
1.11 Evalueert de zorgverlening
(BP 1.4, BP 1.5, BP 2.6, BP 3.1, BP 3.2, BP 3.3)
Componenten:
conclusies trekken, oplossingen voor problemen bedenken, informatie uiteenrafelen
Eindgedrag:
Je evalueert (de totale) zorgverlening.
Je evalueert periodiek en aan het einde van het uitvoeringstraject de zorgverlening met alle betrokkenen.
Je verzamelt steeds relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze. Je bespreekt de gegevens
uit de evaluatie met betrokkenen. Je voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg veranderingen door in
het zorgplan.
In de VVT, GHZ en GGZ schrijf je eventueel ook een (eind)evaluatie ten behoeve van ontslag of
overdracht naar een andere zorgsetting dan wel voor beëindiging van haar eigen werkzaamheden. Je
houdt het zorgdossier bij.
In de KZ zorg je in overleg met de verloskundige voor een overdracht naar de Jeugd Gezondheidszorg
c.q. het consultatiebureau.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de oorzaken en gevolgen van
gezondheidsklachten, veel
voorkomende ziektebeelden of
stoornissen, beperkingen en
functioneringsproblemen
•
•
de lichamelijke, psychische en
sociale gevolgen van behandeling,
therapie, onderzoek of ingreep
•
•
verschillende manieren om
systematisch gegevens te
verzamelen
•
•
de verschillende methoden om
problemen te signaleren
•
•
de verschillende methoden om te
analyseren
•
•
de verschillende evaluatietechnieken
•
•
de verschillende
gedragsdeterminanten
•
•
de verschillende vormen van
reflecteren o.a.: de STARRT-methode
•
•
op de juiste wijze met de zorgvrager
of diens naasten de juiste gegevens
verzamelen
•
•
een anamnesegesprek voeren
•
•
de juiste verbanden leggen
•
•
risicovolle en complexe situaties in
schatten
•
•
informatie op waarde schatten
•
•
hoofd- en bijzaken scheiden
•
•
denken in oorzaak en gevolg
•
•
gegevens juist interpreteren
•
•
gegevens beoordelen op relevantie,
juistheid en echtheid
•
•
conclusies trekken
•
•
op basis van verzamelde en
geanalyseerde gegevens een zorgvraag/
zorgprobleem op een juiste manier
formuleren
•
•
manieren vinden om zorgproblemen op te
lossen
•
•
doelgericht
•
•
kwaliteits-
bewust
•
•
planmatig
•
•
flexibel
•
•
inventief
•
•
oplossings-
gericht
•
•
initiatiefrijk
•
•
reflectief
•
•
onderzoekend
•
•
analyserend
•
•
professioneel
•
•
...................