Verzorgende
Competentiewijzer
21
Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de kenmerken bij de verschillende
categorieën zorgvragers als gevolg
van verminderde zelfzorg bij een
ziekte, aandoening, stoornis of
functioneringsbeperking:
–– pathologie
–– psychopathologie
–– multipathologie
–– multipharmacologie
–– ontwikkelingspsychologie
–– ontwikkelingsstoornissen
–– gedragsproblematiek
•
•
de symptomen en oorzaken
van gezondheidsproblemen en
beperkingen van de zorgvragers
op lichamelijk, geestelijk en
psychosociaal gebied
•
•
de gezondheidstoestand van de
zorgvrager, de behandeling en
(medicatie)therapieën
•
•
de achtergrond zoals het
levensverhaal van de zorgvrager
•
•
de verschillende manieren van
systematisch gegevens verzamelen
en opslag van o.a. patiëntendossiers
•
•
hulpmiddelen bij het formuleren van
het zorgprobleem, het zorgdoel en de
planning
•
•
de algemene beginselen van de
verzorging m.b.t. zorgvragers. Dit
betreft de zorgvragerscategorieën:
–– zwangeren, kraamvrouwen,
pasgeborene
–– zorgvragers met een psychiatrische
ziekte
–– zorgvragers met beperkte zelfzorg
–– geriatrische zorgvragers
–– chronische somatisch zieken
–– lichamelijke gehandicapten
–– zorgvragers met een verstandelijke
beperking
–– zorgvragers met beperkte zelfzorg
in de thuissituatie
•
•
het zorgplan volgens de regels opstellen
•
•
een anamnesegesprek voeren
•
•
binnen de verschillende branches en
verschillende zorgvragerscategorieën
ondersteuning bieden bij de persoonlijke
basiszorg, zorg voor opname van voeding
en vocht, zorg voor de uitscheiding, zorg
voor activiteiten en mobiliteit, zorg voor de
slaaprust en het slaapritme
•
•
de verschillende
ondersteuningsstrategieën toepassen
variërend van ondersteuning, stimulering
tot volledige overname van de zorg
•
•
de palliatieve-terminale zorg bieden bij de
zorgvragers waarbij curatieve behandeling
niet meer afdoende is
•
•
hygiënisch en ergonomisch verantwoord
werken
•
•
kostenbewust en milieubewust werken
•
•
toezicht houden op de
gezondheidstoestand van de zorgvrager
in zijn/haar situatie en de zorgverlening
hierop aanpassen
•
•
veiligheidsrisico’s inschatten en onnodige
risico’s voorkomen
•
•
gedrag van de zorgvrager in verband
brengen met de leeftijd, ontwikkeling,
belevingsniveau, psychosociale
gesteldheid, en culturele en religieuze
achtergrond
•
•
gedragsveranderingen herkennen
•
•
reflecteren volgens de STARRT-methode
•
•
een standpunt innemen
•
•
verschillende observatiemethoden
toepassen
•
•
eerste hulp verlenen
•
•
de verkregen informatie op de juiste
manier interpreteren
•
•
snel en accuraat rekenen op 1F/2F
niveau
•
•
vakliteratuur lezen
•
•
een eigen mening geven over relevante
onderwerpen
•
•
coöperatief
•
•
kwaliteits-
bewust
•
•
respectvol
•
•
loyaal
•
•
flexibel
•
•
empathisch
•
•
accuraat
•
•
nauwkeurig
•
•
alert
•
•
consequent
•
•
initiatiefrijk
•
•
zorgvuldig
•
•
inlevend
•
•
reflectief
•
•
...................
•
•
de vitale functies
•
•
de theorie van EHBO
•
•
de protocollen voor de basiszorg
•
•
de anatomie, pathologie en
psychopathologie bij de persoonlijke
basiszorg
•
•
zorg voor opname van voeding en
vocht, zorg voor de uitscheiding
•
•
t.a.v. de voorbehouden handelingen:
–– de zorgvrager inlichten over de
handeling en eventuele consequenties
en risico’s
–– verpleegtechnische handelingen
uitvoeren volgens geldende richtlijnen
en wettelijke voorwaarden
–– rapporteren aan betrokkenen