PROEVE 2
15
Q. Pijnbegeleiding
Je begeleidt twee zorgvragers met pijn. Deze zorgvragers hebben ieder een andere soort pijn.
Voer deze opdracht uit aan de hand van onderstaande stappen:
• Observeer de zorgvragers met behulp van een pijn(anamnese)instrument.
• Beschrijf de oorzaak, de wijze waarop de betreffende zorgvragers pijn beleven, de
voorgeschreven pijnbestrijding en de effecten daarvan.
• Overlegmet collega’s en andere disciplines over de beschreven pijnproblemen en stem de
zorg af.
• Plan na dit overleg de gewenste activiteiten en voer deze uit.
• Betrek hierbij demantelzorger of naaste.
• Pas je activiteiten aan als dit na verandering in de pijnbeleving nodig is.
Je rapporteert schriftelijk je begeleiding van twee zorgvragers met pijn.
R. Begeleiden bij verandering en verliesverwerking
Je begeleidt twee zorgvragers gedurende vijf dagen bij verandering en verliesverwerking. Deze
twee zorgvragers hebben twee verschillende soorten verlieservaringen.
Je betrekt bij je begeleiding demantelzorger of naaste van de zorgvrager.
Denk bij soorten veranderingen en verlieservaringen bijvoorbeeld aan:
• accepteren van zorg door ziekte, stoornis of beperking
• aanvaarden van het sterven
• verhuizing van thuis naar zorginstelling
• verlies van zelfredzaamheid
• verlies van belangrijke anderen
• verlies van huisdieren
• verlies van baan.
Jemaakt een begeleidingsplan, voert dit uit en evalueert dit met de zorgvrager, mantelzorger
of naaste.
Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze
voldoet aan de beoordelingslijst van deze proeve.