ALLES voor de onderbouw

134-135 / 340

INRICHTINGSTIP VOOR HET SPEELLOKAAL
Een basistoestel bestaat vaak uit ladders, wandrekken en klimtorens. Door hier
accessoires zoals evenwichtsbalken, stapelkasten, touwladders en bokjes aan toe
te voegen, kunnen eenvoudig en snel voor kinderen van uiteenlopende lengtes
en leeftijden de gewenste bewegingsmogelijkheden worden gecreëerd.
Horizontaal, verticaal en diagonaal bewegen in een opstelling!
Is er in een bestaand speellokaal geen mogelijkheid een wandtoestel aan te brengen?
Dan is het met het Dorack klimrek toch mogelijk zwaaien aan te bieden in de les.
In eerste instantie is dit klimrek voor klim- en klauteractiviteiten. Maar door één
rekdeel horizontaal in te zetten (omhoog te brengen) kan eenvoudig toch een
zwaai- of balanceersituatie gemaakt worden. Zo kan het beweegaanbod ook zonder
wandtoestel aan het plafond in een bestaand speellokaal eenvoudig verrijkt worden.
BELONING IN DE SPEELZAAL
Plak een sticker op het beweegdiploma
als u ziet dat de kinderen goed hun best
hebben gedaan tijdens de gymles.
OH OH...
ALS DATMAAR
GOED GAAT! DE HOOGTE IN
BEWEEG-
DIPLOMA
VERDIEND
HORIZONTAAL,
VERTICAAL EN DIAGONAAL
BEWEGEN
Doe je kleren uit,
vouw ze netjes op.
Leg ze op een stapel
en niet in een gekke prop.
Doe je gymschoenen aan
en ga dan in een rijtje staan.
Dan kunnen wij naar
de speelzaal gaan.
NAAR HET SPEELLOKAAL
OPTIMAAL
BEWEGEN
Om optimaal bewegingsonderwijs aan te bieden, moet
de inrichting van een speellokaal of speellokaal aan ver-
schillende eisen voldoen. De inrichting dient gevarieerd,
veilig en uitdagend te zijn. Dat geldt niet alleen voor de
speeltoestellen, maar ook voor de losse materialen.
Bij het ontwerpen en inrichten van een speelzaal is het
verstandig goed te inventariseren waarvoor en door wie
het speellokaal wordt gebruikt. Met een gedegen voor-
onderzoek kan de architect in een vroeg stadium alle
wensen direct opnemen in het ontwerp. Zo zijn er in een
brede school meerdere gebruikersgroepen waardoor
een breder aanbod van verschillende spel- en sport-
materialen en dus ook meer opbergruimte nodig is.
LESTIP THEMATISCHE OEFENING
Wanneer u thematisch werkt, is het zinvol om de thema’s in zoveel mogelijk
lessen terug te laten keren. Werkt u bijvoorbeeld met het thema “restau-
rant”, dan biedt dit voldoende mogelijkheden om dit onderwerp ook tijdens
een spelles aan bod te laten komen. Laat kinderen een parcours afleggen
met dienblad en plastic glaasjes. Lukt dit zonder de glaasjes te laten vallen?
Maak het parcours nog spannender door er een tijdslimiet aan te koppelen.
02
01
03
VARIATIE IN DE SPEELZAAL
van de juf TIP
IN HET SPEELLOKAAL
NIET TEGEN
MAAR MÉT ELKAAR
OVER GROENE SPELEN
Groene spelen is een vorm van bewegingsonderwijs
om samenwerking te bevorderen. In een groen spel
ligt het speldoel in de activiteit zelf. Het doel kan alleen
bereikt worden door een gezamenlijke inspanning
van alle deelnemers. Als leerkracht kunt u van een
activiteit een groen spel maken door kinderen niet
tegen maar met elkaar te laten spelen.
Wilt u hier meer over weten? Via Heutink academie
kunt u een e-learningmodule Groene spelen volgen.
Kijk voor meer informatie op .
04
Een klimwand: uitdagend en snel te realiseren
Bij klimmen wordt snel gedacht aan klimrek en ladders. Een klimwand is echter minstens
zo uitdagend. Door een strook muur te voorzien van klimgrepen (tot 3 meter hoog), hoeft er niet gezekerd
te worden. Als de voeten niet hoger komen dan 60 cm, is zelfs geen mat nodig! Bovendien vraagt
het weinig zaalruimte zodat er veel plek over blijft voor andere toestellen of activiteiten.
Zwieren en zwaaien
In het speellokaal was tot voor kort erg veel aandacht voor klimmen en klauteren.
Hoe belangrijk dit ook is, kleuters zijn vaak al tot meer in staat dan volwassenen denken.
Bovendien leren ze snel als ze uitgedaagd worden. In dat kader past ook een zwaaipunt in het speellokaal.
Om te schommelen maar ook voor oefenvormen waarbij balans en coördinatie aan de orde zijn.
INSPIRERENDE TIPS VOOR DE INRICHTING
132 133
B