Previous Page  68-69 / 340 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 68-69 / 340 Next Page
Page Background

SPELEND LEREN

Wat leren de kinderen in dit voorbeeld allemaal?

Ze spelen de volwassen wereld na en gebruiken de taal die daarbij hoort.

Naast het ontwikkelen van hun taal ontwikkelen ze hun rekenen, techniek en

motoriek. Maar ook leren ze plannen maken, samenwerken, problemen oplos-

sen, doelgericht handelen en hun impulsen te beheersen. Kortom: al spelend

leren ze heel veel! Veel meer dan als ze een prikwerkje aan hun tafeltje doen.

HOE PAK JE DAT AAN ALS LEERKRACHT?

1. Kies een thema dat in de belevingswereld van de kinderen ligt

en waarin gespeeld kan worden

Spelend leren door kinderen betekent dat de leerkracht een rijke leeromgeving

moet maken. Bij de keuzes van thema’s wordt gekeken naar de interesses

van de kinderen. Dit zijn thema’s waarbij gespeeld kan worden, zoals bijvoor-

beeld het restaurant, de fietsenwinkel, ziek zijn of de bakker. De hoek moet

tenminste 3 mogelijkheden tot rollen hebben. En dat moeten rollen zijn

waarin gepraat kan worden (dus geen baby’s / honden). Taal is een middel

waardoor het spel zich verdiept.

”Heb je ook een fiets te koop? Hoeveel centjes?”

Met rode wangen staat mevrouw Hannah bij de

fietswinkel. Fietsenmaker Levi kan haar wel

helpen en na het afrekenen fietst mevrouw

weg op haar driewieler. Erg hard kan ze niet,

want overal in de klas hangen verkeersborden:

je mag hier niet harder dan 5 kilometer per uur.

Ondertussen is in de fietswerkplaats Mike

in zijn werkschort druk bezig met het plakken

van een band. In een ’handleiding’ kijkt hij

hoe dat moet. Bella maakt een fiets rijklaar,

door het schoon te maken met een spons...

HET BELANG

VAN SPELEND

LEREN

AL SPELEND HEEL VEEL LEREN!

2. Maak samen met de kinderen de themahoek

Een rijke themahoek staat of valt met de materialen die gebruikt worden.

Inventariseer met de kinderen: wat hebben we nodig om een goede hoek

te maken? Wie kan iets mee nemen? Vraag (klasse)ouders om zo mogelijk

echte materialen aan te leveren. Of loop b.v. zelf eens een fietsenwinkel

of kringloopwinkel binnen, op zoek naar spullen. En dat hoeven niet altijd

kant en klare materialen te zijn. Een doos prikkelt de creativiteit van de

kinderen en kan voor vele doeleinden worden gebruikt. Zoek op internet

voorbeeldfoto’s op van het interieur dat je wilt maken, of ga met de kinderen

op stap naar een winkel / ziekenhuis / restaurant / bouwplaats. Verdieping in

de huishoek kan bijvoorbeeld met de opdracht dat er in de huishoek iemand

jarig is...

Zorg ervoor dat er in de hoek tenminste materialen zijn voor de taal-

ontwikkeling zoals papier, pennen, etiketten en scharen. En voor de

rekenontwikkeling bijvoorbeeld een kassa en weegschaal. Ook verkleed-

kleren zijn onmisbaar in een (thema)hoek.

Jolande Kelder, Docent en adviesmedewerker

’jonge kind’, Hogeschool Viaa, Zwolle

Leerkracht groep 1 en 2, EBS De Parel, Amersfoort

Geweldig is het om spelenderwijs

de wereld om je heen te verkennen

3. Schep voorwaarden om te spelen

Kinderen komen niet automatisch tot goed spel. Naast goede materialen

is daarvoor nodig:

• Voldoende tijd: Met 5 minuten vrij spel op het einde komen de kinderen

niet tot verdiept spel.

• Voldoende ruimte: De fietsenwinkel heeft ook een werkplaats. Het zieken-

huis ook een apotheek en zo mogelijk zelfs een cadeauwinkeltje om voor

de patiënten iets mee te nemen. Verschillende hoeken worden ingezet

om de mogelijkheden van het spel te vergroten. En is de klas te vol?

Schakel dan bijvoorbeeld de hal in.

• Vrijheid om zelf te kiezen: Bij echt spelen heeft ieder zijn eigen inbreng.

Zo kan het gebeuren dat in de fietswerkplaats de ramen worden gezeemd

met het water om de fiets mee schoon te maken. En een kleuter die tijdens

het spel alleen maar in een pan wil roeren, moet dat kunnen doen!

• De klassenregels moeten het spel ondersteunen: Als je niet door de klas

mag fietsen kun je ook geen fietsen verkopen in de fietsenwinkel.

• Veiligheid: Geen open stopcontacten in de hoek. Geen echte pillen

in de apotheek. Laat kinderen zich vrij voelen om zich te uiten.

4. Begeleid het spel

Goed spelen doen veel kinderen niet vanzelf. De leerkracht volgt het spel in

de hoek en kan eventueel elementen toevoegen. Hierbij heeft de leerkracht

een begeleidende en soms sturende rol om het spel op een hoger niveau

te brengen. Die rol speelt zich af vooraf, tijdens en na het spel.

De begeleiding kan bestaan uit:

• Input geven door verhalen / gesprekken / een interessant probleem:

”Thirza heeft een fietsvlag maar die zit nog niet aan haar fiets...”

Of: ”De baby heeft allemaal bloed op het been en moet even naar

het ziekenhuis... Waar is de ambulance?”.

• Input door voorspelen: ”Ik ben de fietsenmaker... hoe kan Thirza

dat aan mij vragen?”.

• Zelf meespelen in de hoek: Een rol nemen.

• Voorzeggen en/of de regie nemen: ”Jij bent de dokter, wat heb je nodig

om de baby te onderzoeken?”.

• Na het spelen samen evalueren, reflecteren. Maak tijdens het spel

een foto en gebruik die bij je evaluatie: wat deed je hier?

• Observeren, noteren en registreren

Kleuters leren door te spelen. Geweldig is het om spelenderwijs de wereld om je

heen te verkennen. En de leerkracht die ze laat spelen is werkelijk een topper!

ROLLENSPEL IN DE HUISHOEK

66

67

o