milieu
compact
11
door de intensieve visserij. Zij vindt dat de Neder-
landseStaat tekortschiet indebeschermingvanhet
gebied. Om een publiek signaal af te geven heeft
Greenpeacedestenenenhoutenzeepaarden laten
afzinken op de plaats van deKlaverbank.
De volledige tekst van de uitspraak is te vindenop
dewebsite vandeRaad vanStateonder zaak-
nummer 201307501/1.
raadvanstate.nl
Raad vanStatestelt vragen aanHof van
Justitieover correctiefactor emissierechten
DeAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State heeft zogenoemde prejudiciële vragen ge-
steld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De
Raad van State wil weten of de correctiefactor bij
broeikasgasemissierechten procedureel juist tot
stand is gekomen.Aanleiding voor de vragen is het
gewijzigde nationaal toewijzingsbesluit broeikas-
gasemissierechten 2012-2020 dat de staatssecre-
taris van Infrastructuur en Milieu in oktober 2013
heeft genomen. In dit besluit zijn voor de periode
2013 tot 2020 jaarlijks kosteloze broeikasgasemis-
sierechten toegewezen aan bedrijven in de zware
industrie en andere sectoren. Deze bedrijven doen
meeaanhetEuropesesysteemvanhandel inbroei-
kasgasemissierechten. Zij zijn het niet eensmet de
correctiefactor die de Europese Commissie heeft
vastgesteld en die de staatssecretaris vervolgens
bij de nationale toewijzing van de emissierechten
heeft toegepast.
De Raad van State wil allereerst van het Hof in
Luxemburg weten of de bedrijven de Nederlandse
rechter kunnen verzoeken de correctiefactor nie-
tig te verklaren of dat zij dat bij het Gerecht van de
EuropeseUnie haddenmoeten doen.Als de nietig-
verklaring bij de Nederlandse rechter kan worden
verzocht, wil de Raad van State van het Hof van
Justitiewetenof de correctiefactor procedureel juist
tot stand is gekomen. Zo wil de Raad van State
onder meer weten of de Europese Commissie bij
het bepalen van de correctiefactor de juiste regel-
gevingsprocedure heeft gevolgd enof zij terecht de
emissies vanelektriciteitscentrales buitenbeschou-
wing heeft gelatenbij de berekening van de correc-
tiefactor.
De behandeling van de beroepsprocedure bij
de Raad van State wordt geschorst in afwach-
ting van de antwoorden van het Hof in Luxem-
burg. Dit duurt naar verwachting ongeveer een
jaar tot anderhalf jaar. Daarna zal de Raad van
State de behandeling voortzetten en uiteinde-
lijk een definitieve uitspraak doen in deze zaak.
raadvanstate.nl
Vaststellingbestemmingsplan enmaatwerk-
voorschriften
Bij besluit van 18 april 2013 heeft de raad van de
gemeenteBernheze het bestemmingsplan “Rietdijk
Peelstraat, Vorstenbosch” vastgesteld. Ten onrech-
te, aldus appellante A en appellant B en anderen,
stelt de raad dat het opstellen van maatwerkvoor-
schriften uitkomst biedt, nu geen maatwerkvoor-
schriften zijn vastgesteld vóór de vaststelling van
het plan. Nu bij de maximale representatieve be-
drijfssituatie van appellante A ten gevolge van de
voorziene woningbouw niet kan worden voldaan
aanhetmaximalegeluidniveau indeavondperiode,
kan appellante A in zijn bedrijfsvoering in zoverre
worden beperkt. De raad stelt dat maatwerkvoor-
schriften zullen worden vastgesteld aan de hand
van de maximale representatieve bedrijfssituatie,
zodat dit niet tot knelpunten indebedrijfsvoeringzal
leiden. De ontwerpmaatwerkvoorschriften zijn voor
de vaststelling van het plan ter inzage gelegd. Nu
demaatwerkvoorschriften ten tijde van de vaststel-
ling van het plan nog niet waren vastgesteld, heeft
de raad voor woning 3 en 4 een uit te werken be-
stemming opgenomen.AppellanteAen appellant B
en anderen hebben niet aannemelijk gemaakt dat
het niet mogelijk is om de voorgenomenmaatwerk-
voorschriften in dit geval vast te stellen. De enkele
stelling dat het plan prematuur is vastgesteld nu de
maatwerkvoorschriften nog niet waren vastgesteld
ten tijde van de vaststelling van het plan, maakt
dit niet anders. Het vaststellen van maatwerkvoor-
schriften betekent evenwel niet zonder meer dat
een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaat-
se van de voorziene woningen is gegarandeerd.
Bij de beoordeling of alsdan sprake is van een
goed woon- en leefklimaat dienen alle omgevings-
factoren te worden betrokken. Het betoog faalt.
zie
; ABRS 28-05-2014,
nr. 201305317/1/R3
Omgevingsvergunning inrichtingen
brandveiligheidsrapport
Bij besluit van 20 september 2011 hebben GS van
Limburg aan [belanghebbende] een omgevings-
vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, aanhef