milieu
compact
17
van het Rotterdamse havenbedrijf. “We hebben de
neiging zo ver voor de muziek uit te lopen dat an-
dere landen in de verte staan te zwaaien en zeg-
gen: ‘zie ze daar in Nederland eens gaan’.” Caste-
lein ziet inNederland veel bestuurlijke stroperigheid
en extra landelijke en lokale regelgeving, bovenop
Europesewetten. “Webeseffenniet genoegdat we
hardmoetenwerkenom investeringen, bedrijvenen
mensen aan te trekken.” Besluitvorming gaat vaak
te traag en Nederland stelt te veel extra eisen en
verplichtingen aan bedrijven, vindt de havendirec-
teur. “Te vaak worden extra eisen opgelegd die ver
bovenEuropese enmondiale afspraken uit gaan.”
Als voorbeeld noemt Castelein de voorgenomen
norm voor stikstofuitstoot. “In Nederland moet een
bedrijf straks een vergunning aanvragen bij de uit-
stoot van één zogeheten nanomol per hectare. In
Duitslandhoeft dat pasbij zevennanomol ener zijn
plannen dat naar twintig te verhogen. We moeten
uitkijken dat we bedrijven verplichtingen stellen,
terwijl ze 150 kilometer verderop, over de grens,
een factor twintig vrijer kunnen opereren.” Op zo’n
manier gaan investeringen aan Nederland voorbij,
vreest de havendirecteur.
Castelein, die nu bijna een half jaar het haven-
bedrijf leidt, zegt dat hij graag vooroploopt op
het gebied van duurzaamheid. “Het draait na-
tuurlijk niet alleen om geld, zeker duurzaamheid
niet. Maar je bereikt niet dat wij als planeet duur-
zamer worden als alleen onze haven het zo aan-
pakt, en de rest meer bewegingsruimte heeft.”
Trouw, 10-06-2014
Veiligheidsprestatiesbij bedrijven verbeterd
Bedrijven diewerkenmet gevaarlijke stoffen scoren
steedsbetermet veiligheid.Dit blijkt uit de ‘Staat van
de Veiligheid’, een jaarlijks verslag van de inspec-
ties. DeVNCI ziet als belangrijkste conclusie vande
sterke vermindering van het aantal geconstateerde
ernstige overtredingen waarbij de veiligheid onmid-
dellijk inhet geding isgeweest.De inspectiediensten
hebben in 2013 bij de ruim 400 bedrijven die vallen
onder het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO)
in negen gevallen een dergelijke overtreding ge-
constateerd tegen 47 in 2012. In totaal hebben de
inspectiediensten in 2013 circa 1100 overtredingen
van veiligheidsregels vastgesteld tegen900 in2012.
Er zijn in2013echter extra controles uitgevoerdmet
name op tankopslag. Nagenoeg alle 1100 overtre-
dingen vallen in de categorieën minder ernstige en
lichte (veelal administratieve) overtredingen.
AnderzijdsconstateertdeVNCIdat44procentvande
1100overtredingenvalt indecategoriewaarbijonvol-
doende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Toch
isopdit terreinal veel gebeurd.Demeestevande80
BRZO-bedrijven die lid zijn van de VNCI registreren
en analyseren alle bijna-ongevallen en alle ongeval-
len die tot verzuim hebben geleid; ze ondernemen
acties om incidenten te voorkomen. Van deze BR-
ZO-bedrijvenheeft ruimdehelft indeafgelopendrie
jaar eenmeting uitgevoerd op de veiligheidscultuur.
Nieuwsbrief VNCI, 20-06-2014
Landelijke Handhavingstrategie voor veilige en
schone leefomgeving
IPO (Interprovinciaal Overleg) en het Openbaar
Ministerie hebben de Landelijke Handhavings-
strategie (LHS) aangeboden aan staatssecretaris
WilmaMansveld (IenM). Daarmeemoet voor hand-
havende instanties, zoals overheden, omgevings-
diensten, het Openbaar Ministerie en de politie,
een gelijk speelveld ontstaan. “Tot nu toe ontbrak
een uniforme aanpak voor strafrecht en bestuurs-
recht”, aldus IPO-portefeuillehouder Henk van de
Boer. “Ingrijpen of sanctioneren bij overtredingen
gaat voortaan volgens een vast stramien. Dit geeft
duidelijkheid aan zowel vergunninghouders als de
toezichthouders.” Eerder kwam er al een strategie
voor handhaving bij bedrijven die grootschalig met
gevaarlijke stoffenwerken (BRZO-bedrijven). Deze
landelijke strategie heeft echter een veel groter
bereik en gaat over het volledige omgevingsrecht,
maar ook over het bestuurs- en strafrecht. Van de
Boer noemt de nieuwe, landelijke strategie niet
lang na te denken een waardevol hulpmiddel voor
de handhavers. “Tot nu toe ontbrak een uniforme
aanpak voor strafrecht en bestuursrecht. Ingrijpen
of sanctionerenbij overtredingengaat voortaan vol-
gens een vast stramien. Dit geeft duidelijkheid aan
zowel vergunninghouders als de toezichthouders.”
Het IPO heeft zich hard gemaakt voor de totstand-
komingvandeLHS. “Juist voor provincies ishet be-
langgroot”, aldus de IPO-portefeuillehouder. “Onze
rol zit voor een groot deel in de kwaliteit van onze
leefomgeving. Handhaving is daarbij essentieel.
Die verantwoordelijkheden horen in mijn ogen zo
laagmogelijk teworden belegd, maar mogen nooit
leiden tot versnippering of inconsequentie. Met de
LHS hebben we dat gelijke speelveld vastgelegd.”.
iPOST, 10-06-2014