milieu
compact
12 12
en onder e, onder 2º, van deWet algemene bepa-
lingen omgevingsrecht (hierna: Wabo), verleend
voor het veranderen van haar inrichting te Pannin-
gen. Bakkersland betoogt dat de rechtbank heeft
miskend dat ten behoeve van de beoordeling van
de aanvraag om de veranderingsvergunning een
brandveiligheidsrapport had moeten worden opge-
steld. Het college van gedeputeerde staten heeft
zich bij de beoordeling van de brandveiligheid ge-
baseerdophet brandveiligheidsrapport vandecem-
ber 2007, dat is ingediend bij de aanvraag om de
oprichtingsvergunning. Gelet op de aard van de
aangevraagde veranderingen - met name de op-
slag van gevaarlijke afvalstoffen en een aanzien-
lijke uitbreiding van de opslagcapaciteit -, lag het
op de weg van het college een nieuw brandveilig-
heidsonderzoek te verlangen danwel te verrichten.
Weliswaar gelden ingevolge de bouwregelgeving
eisen voor de brandwerendheid en -veiligheid van
de desbetreffende gebouwen, doch deze zijn niet
primair gericht op de bescherming van het milieu
en nemen ook niet zonder meer de noodzaak tot
het verbinden van voorschriften aan de milieuom-
gevingsvergunningweg.Nueenonderzoeknaar de
brandveiligheid van de inrichting, inclusief de ver-
gunde veranderingen, ten onrechte achterwege is
gebleven, is het besluit van 20 september 2011 in
strijd met artikel 3:2 van de Awb niet met de ver-
eiste zorgvuldigheid voorbereid. Het betoog slaagt.
zie
ABRS 28-05-2014,
nr. 201303702/1/A4
Opheffingschorsing inpassingsplanBuitenring
ParkstadLimburg
Bij uitspraak van 16 november 2012, in zaak nr.
201207642/2/R1, heeft de voorzitter bij wijze van
voorlopige voorziening het besluit van provinciale
staten van 29 juni 2012, waarbij het inpassings-
plan “Buitenring Parkstad Limburg” is vastgesteld,
gedeeltelijk geschorst. Aanleiding voor het verzoek
vandeprovincieomdeschorsingop teheffen, isde
beslissing vandeAfdelingbestuursrechtspraak van
deRaadvanState inmei 2013omdeeinduitspraak
over het inpassingsplanaan tehouden. DeAfdeling
deed dat, omdat hij in een zaak over het tracébe-
sluit A2 ‘s Hertogenbosch-Eindhoven zogenoemde
prejudiciële vragen had gesteld aan het Hof van
Justitie inLuxemburg.DeAfdelingwildevanhetHof
van Justitie in Luxemburg uitleg over de Europese
Habitatrichtlijn en verwachtte dat de antwoorden
van het Hof van Justitie ook relevant waren voor
de zaak over de Buitenring Parkstad Limburg. Het
Hof heeft deze vragenop15mei 2014beantwoord.
Bij uitspraak van 16 november 2012, in zaak nr.
201207642/2/R1, heeft de voorzitter bij wijze van
voorlopige voorziening het besluit van provinciale
staten vanLimburg van29 juni 2012, waarbij het in-
passingsplan “BuitenringParkstadLimburg” isvast-
gesteld, gedeeltelijk geschorst. De Voorzitter van
de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt op het
verzoek om opheffing van de schorsing op enkele
onderdelen onder meer als volgt. Het inpassings-
plan voorziet in de realisering van een ringweg (de
BPL) inhet gebied vande stadsregioParkstadLim-
burg. Het tracédeel tussen de rotonde vanAvantis
en de Hamstraat ligt op een afstand van minimaal
5 km vandeNatura2000-gebiedenGeleenbeekdal
en Brunssummerheide. Provinciale staten hebben
uiteengezet dat zij ter plaatse van deze plandelen
wensen te starten met verschillende werkzaamhe-
den ten behoeve van de aanleg van dit gedeelte
vanhet tracé. Provinciale statenhebben toegezegd
dat dit gedeelte van het tracé niet in gebruik zal
worden genomen voordat uitspraak is gedaan in
de bodemzaak. Onder deze omstandigheden is de
voorzitter vanoordeel dat vandehiervoor bedoelde
werkzaamheden die mogelijk worden met inwer-
kingtreding vandezeplandelen voor deuitspraak in
debodemzaakgeenonomkeerbaregevolgenzijn te
verwachten voor deNatura2000-gebiedenGeleen-
beekdal enBrunssummerheide.Gelet ophet voren-
staandeziet devoorzitteraanleidinghet verzoek toe
tewijzen en de schorsing gedeeltelijk op te heffen..
zie
Vz. ABRS 03-06-2014,
nr. 201207642/13/R1
Niet tijdignemenbesluit opbezwaarschrift
n.a.v. verlening vergunning
De Stichting Open Polders heeft beroep ingesteld
tegen het niet tijdig nemen van een besluit door
het college van gedeputeerde staten van Noord-
Holland op haar bezwaarschrift van 24 mei 2012,
gericht tegenhet besluit vanhet college van22mei
2012, waarbij een vergunning krachtens artikel 19d
van de Natuurbeschermingswet 1998 is verleend
voor uitbreiding van een veehouderij te Graft-De
Rijp nabij het Natura 2000-gebied “Eilandspolder”.
Bij besluit van 3 april 2013heeft het college het be-
sluit van 22 mei 2012 ambtshalve gedeeltelijk her-
roepenenhet door deStichting gemaakte bezwaar
tegen dat besluit ongegrond verklaard. Anders dan
de Stichting betoogt, kan de gedane melding in
1992 in het kader van het Besluit melkveehouderij
Hinderwet - een regeling die thans niet meer be-