20
autotechniek
3.1 Inleiding
De opleiding is onderverdeeld in een
aantal perioden. Jouw ROC bepaalt
zelf in hoeveel perioden de opleiding
is opgedeeld. Voor alle perioden zijn
projectwijzers ontwikkeld. Alleen
periode 1 kent twee projectwijzers
ter kennismaking met het concept.
Er zijn per uitstroomrichting (WPM
of TS) 8 projectwijzers. Hiervan zijn
de projectwijzer 1 t/m 5 voor beide
richtingen gelijk. De inzet van projectwijzer 6 is afhankelijk van de beschikbare
mogelijkheden van het ROC. Aan het einde van het tweede leerjaar kan jouw
ROC ervoor kiezen een toetsmoment voor Kerntaak 3 uit te laten voeren.
De begeleiders van jouw ROC vertellen je daar meer over.
Vanaf projectwijzer 7 is het afhankelijk van je gekozen richting (WPM of TS) met
welke projectwijzer je aan het werk gaat. De projectwijzers 7 en 8 zijn zowel
binnen de school (op het ROC) als buiten de school (BPV) uit te voeren. (BPV
staat voor Beroeps Praktijk Vorming.) Tijdens de BPV-periodes maak je kennis
met de beroepspraktijk.
De projecten en activiteiten van de projectwijzers worden gedurende de oplei-
ding steeds moeilijker. In het begin zijn het eenvoudige projecten en is er sprake
van een eenvoudige beroepscontext. Je moet natuurlijk wel zelfstandig werken,
maar er is nog veel begeleiding. Daarna worden de projecten steeds omvangrij-
ker en ingewikkelder; je zult zelfstandig moeten werken met minder begelei-
ding. Met andere woorden: er is een toename in de complexiteit (moeilijkheids-
graad) van de projecten (zie figuur 1).
De basis van de opleiding vormen de volgende kerntaken:
Voor WPM zijn dat:
Kerntaak 1 Stuurt de werkplaats aan
Kerntaak 2 Voert werkzaamheden voor de werkplaats uit
Kerntaak 3 Voert onderhoud en reparaties uit
3
<<<< structuur van de opleiding >>