CZW20120044 - page 17

15
SIGNALEREN EN IN KAART BRENGEN VAN DE HULPVRAAG
Competenties
- componenten
Ontwikkelingsgericht
Prestatie-indicatoren
voldoende
goed
onvoldoende
Werkproces 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere
N Onderzoeken
– informatie achterhalen
p
Dit betekent dat:
• je verschillende bronnen gebruikt om informatie te
verzamelen over het kind/de jongere
zodat:
• je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van het
kind/de jongere.
R Op de behoeften en
verwachtingen van de
klant richten
– behoeften en
verwachtingen achterhalen
p
Dit betekent dat:
• je actief de wensen en verwachtingen van het kind/de
jongere en zijn ouders/vervangende opvoeders inventariseert
zodat:
• je voor jezelf duidelijk krijgt hoe de organisatie, binnen de
mogelijkheden van de dienstverlening, kan inspelen op de
situatie en wensen van het kind/de jongere.
Werkproces 1.3 Maakt een plan van aanpak
E Samenwerken en
overleggen
– afstemmen
p
Dit betekent dat:
• je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties
ervan met het kind/de jongere en ouders/vervangende
opvoeders bespreekt
zodat:
• je weet dat het kind/de jongere en ouders/vervangende
opvoeders weten wat ze kunnen verwachten als je het plan
van aanpak uitvoert.
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 1.4
Signaleren en in kaart brengen van de hulpvraag
(2012-pm-4-jz-bp1.4)
Naam student:
Opleiding:
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Fase:
Cohortnummer:
Datum:
1...,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16 18,19,20,21,22
Powered by FlippingBook