CZW20120044 - page 9

SIGNALEREN EN IN KAART BRENGEN VAN DE HULPVRAAG
7
De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.
De mate van
complexiteit van de
beroepssituatie
De mate van
zelfsturing
De mate van
verantwoordelijkheid
voor
gesloten context
geleid
uitvoering van eigen takenpakket
open context
begeleid
jouw samenwerking met collega’s
complexe context
zelfstandig
de hele zorg- en begeleidingscyclus
aansturing van collega’s op hetzelfde
of lager niveau
De opdracht
A. De totale opdracht
Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.
Je competenties op het gebied van werken volgens methodische stappen worden beoordeeld
met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je
beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.
B. Naar aanleiding van observatie een hulpvraag formuleren en verantwoorden
Voer een observatie uit bij een kind/jongere om informatie te verzamelen over het kind/de
jongere. Richt je vooral op afwijkingen in ontwikkeling en gedrag. Onderzoek en inventariseer
door middel van een gesprek de wensen en verwachtingen van het kind/de jongere en zijn
ouders/vervangende opvoeders. Formuleer na dit onderzoek een passende hulpvraag voor (of
samen met) het kind/de jongere (gebruik hierbij de SMART-methode). Leg de hulpvraag en de
verantwoording van je keuzes voor aan je begeleider en vraag feedback.
(Aanvulling alleen voor gpm-4-ko)
Tevens geef je (in de verantwoording) aan of de beslissing het kind te plaatsen in de opvang,
juist is. Onderbouw je mening met argumenten.
1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...22
Powered by FlippingBook