Previous Page  10-11 / 182 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 10-11 / 182 Next Page
Page Background

CO-DESIGN

MET JONGEREN

Jongeren zouden vaker betrokken kunnen worden bij het

ontwerpen van producten die dichtbij hen staan, zoals spellen of

de eigen leer- en speelomgeving. Deze betrokkenheid levert

voordelen op voor het ontwerp maar ook voor henzelf omdat ze

op een natuurlijke en realistische manier belangrijke 21e eeuwse

vaardigheden ontwikkelen.

CO-DESIGN

Co-Design is een manier van ontwerpen waarbij ontwerpers de gebruikers van

hun producten betrekken in het ontwerpproces. Op deze manier wordt de gebruiker

meer dan alleen de ontvanger van een product. Hij wordt co-ontwerper, een waardevol

element in het proces dat zal leiden tot een eindproduct dat ook écht voldoet aan

de behoeften van de gebruiker.

Een recente ontwikkeling binnen deze beweging is Co-Design met kinderen en

jongeren, waarbij hun creatieve denkkracht benut wordt bij de ontwikkeling van

nieuwe producten. Ze bedenken en maken hierbij ontwerpen die voortkomen uit

problemen, wensen of fascinaties uit hun directe omgeving. Hierdoor zijn ze extra

gemotiveerd om het onderwerp te onderzoeken en om slimme en passende

oplossingen te verzinnen.

VAN SPEELTUIN NAAR BEWEEGTUIN

Fenne van Doorn, werkzaam als onderzoeker bij TU Delft, onderzocht hoe kinderen

een rol kunnen spelen bij het verkennen van ontwerpproblemen. Ze liet hen onderzoek

doen naar de transitie van een ‘gewone’ speeltuin tot een beweegtuin voor jong en oud.

De kinderen hielden interviews in hun eigen sociale netwerk en bedachten naar

aanleiding hiervan persona’s, specifieke beschrijvingen van typische toekomstige

gebruikers van de beweegtuin.

Van Doorn ontdekte dat de kinderen zeer waardevolle informatie verzamelden

waardoor de (volwassen) ontwerper beslissingen kon nemen die in het belang van

alle latere gebruikers waren.

Uit het onderzoek blijkt verder dat het betrekken van kinderen in ontwerpprocessen

niet alleen de uiteindelijke producten ten goede komt, maar dat ook de kinderen

zelf veel leren van hun rol als co-ontwerper. Doordat ze zich verdiepen in de doelgroep,

leren ze over zichzelf en de mensen om hen heen. Ook oefenen ze belangrijke

procesvaardigheden zoals problemen oplossen en vragen stellen. Ze nemen hun rol

als ontwerper serieus en leveren een praktische en waardevolle bijdrage.

Joeke van der Veen

is vierdejaars studente ‘Lifestyle & Design’ aan de Willem de Kooning Academie

te Rotterdam. Ze liep stage bij het open design platform Instructables en werkt in het Stadslab Rotterdam.

Op het moment van schrijven (mei 2016) studeert ze af bij Waag Society in Amsterdam.

It ’s not

about equity,

it ’s about

equality.

Paulo

Blikstein

HET BELANG VAN MAKEN

Remke Klapwijk van het Wetenschapsknooppunt

Delft, geeft aan dat bij Co-Design het echt maken

en uitproberen van de ontwerpen belangrijk is.

Leerlingen ervaren hierdoor dat hun ideeën er

echt toe doen en dat ze, als ze maar vaak genoeg

proberen, altijd tot een oplossing komen.

Ook Paulo Blikstein, oprichter van Fablab@School,

benadrukt de urgentie van het maken. Al ontwerpend

ontwikkelen kinderen hun 21e eeuwse vaardigheden,

die ze nodig hebben om op succesvolle wijze te kunnen

deelnemen aan de samenleving van de toekomst.

Blikstein is ervan overtuigd dat hierdoor gelijkwaar-

digheid gecreëerd kan worden: elk kind krijgt dezelfde

kans om te slagen. En daarvoor is het uitermate

belangrijk dat zijn eigen manieren van denken en

oplossen wordt gewaardeerd en gestimuleerd.

EEN INSPIRERENDE LEEROMGEVING

Ole Sejer Iversen, professor in ‘Child computer

interaction’, benadrukt daarbij het belang van een

inspirerende omgeving waarbinnen de leerlingen zelf

aan de slag kunnen, ‘een omgeving waar we samen

met de leerling maken en onderzoeken’. Enkel de

aanschaf van speciale materialen is niet voldoende

en misschien niet eens noodzakelijk. Belangrijker

is een open, creatieve omgeving die uitnodigt tot

experimenteren, uitproberen en samenwerken.

Iversen beveelt aan de leerlingen direct bij het in-

richten van deze leeromgeving te betrekken; dat is

waar Co-Design begint! (Meer hierover op pagina 142).

DE 21E EEUWSE DOCENT

Co-Design vraagt om een veranderende rol van

de docent. De 21e eeuwse leerlingen vragen om 21e

eeuwse docenten, die zich verantwoordelijk voelen

voor bijvoorbeeld kritisch denken en technologie.

Hij of zij zal een structuur en een werkproces

bedenken waarin de leerlingen optimaal de eigen

ideeën en creativiteit kwijt kunnen. Klapwijk geeft

aan dat het geen enkel probleem is als je als docent

nog niet gewend bent aan deze manier van lesgeven.

Volgens haar is het magische aan ontwerpend leren

juist dat je samen met de leerlingen leert. Wel is

het, als het nieuw is voor de docent én de leerlingen,

verstandig om het ontwerpproces systematisch aan

te pakken. Een duidelijke structuur zal ervoor zorgen

dat iedereen goed uit de verf zal komen en het zal

voorkomen dat het een onoverzichtelijke chaos wordt.

Het is daarom handig om gebruik te maken van

bijvoorbeeld de Ontwerpcyclus. (Meer hierover op

de volgende pagina).

EVALUATIE

Bij Co-Design gaat het niet alleen om het uiteindelijke

resultaat. Het is daarom belangrijk om tijdens het

ontwerpproces al evaluatiemomenten in te lassen.

Gerichte feedback op het ontwerp maar ook op het

samenwerken, het doorzettingsvermogen en de

wijze van probleemoplossing zijn hierbij belangrijk.

Tijdens de uiteindelijke eindevaluatie kan dan worden

meegenomen of de leerling zijn of haar houding heeft

verbeterd na de feedback.

Online platforms maken Co-Design met grote aantallen ge-

bruikers mogelijk.

Een voorbeeld hiervan is LEGO

®

CUUSOO,

een platform waar gebruikers zelfbedachte LEGO

®

-modellen

kunnen plaatsen. Ontwerpen die meer dan 10.000 stemmen

krijgen, worden door LEGO

®

in overweging genomen.

Toporijk (035.083) en Het Grote Goudmijnspel (035.082)

Mooi staaltje Co-Design met de doelgroep. Samen met spelontwerpers

en productontwikkelaars van Heutink bedenken leerlingen hun

eigen spel om de tafels en de topografie van Nederland te leren.

8

9