SMOESJES
Geen talent voor techniek,
wetenschap of wiskunde?
geboren
of gemaakt?
GOED BENT IN TAAL OF JUIST IN WISKUNDE OF ZORGEN
LIGT BIJ DE GEBOORTE IN DE HERSENEN VAST OF JE
UW LEERLINGEN ER ZELF VOOR DAT ZE EEN ALFA OF
EEN BÈTA ZIJN? QUEST ZOCHT HET VOOR ONS UIT!
Halverwege de middelbare school scheiden de wegen van alfa’s en
bèta’s. Na de derde klas moeten havo en vwo leerlingen kiezen uit
profielen mét of juist zonder bètavakken. Aan welke kant van de
scheidslijn een leerling terecht komt, kan financiële gevolgen hebben.
Recent afgestudeerde alfa’s hebben het momenteel moeilijk op de
arbeidsmarkt, terwijl technische en medische studies juist prima
vooruitzichten geven op een baan. In hoeverre kunnen we het brein
in een gewenste richting sturen?
GEN STUURT BREIN
De ontwikkelingen van de hersenen wordt op twee manieren gestuurd
door de ouders. Allereerst doordat de aanleg van het brein is bepaald
door DNA, dat bestaat uit erfelijk materiaal. Daarnaast spelen ouders
een belangrijke rol in opvoeding en interesses, net als de rest van
de omgeving. Als ouders dagelijks voorlezen en woordspelletjes doen,
kan dat gunstig uitpakken voor het taalvermogen. Kinderen die veel
puzzelen of bouwen ontwikkelen vroeg een sterk ruimtelijk inzicht.
‘De wetenschap probeert een onderscheid te maken tussen aangeboren
vermogens en aangeleerde vaardigheden’, zegt hersenonderzoeker
Sarah Graham van het Max Planck Instituut in Nijmegen. ‘Dat valt niet
altijd mee’. Gedrag is namelijk voor een verrassend groot deel te ver-
klaren uit de genetische aanleg. DNA bepaalt niet alleen de kleur van
haar of ogen, maar stuurt ook je stemgedrag en het kan beïnvloeden
of je streng gelovig bent of niet. ‘Het gaat om een samenspel tussen
de omgeving en heel veel verschillende genen. 99% van de meer dan
3 miljard letters waar DNA uit bestaat, komt bij alle mensen voor.
Die laatste 0,1% bestaat nog steeds uit miljoenen letters’.
Worden bèta’s
REKENEN OVERLAPT TAAL
Voor rekenen heb je verschillende hersenfuncties
nodig, maar minder dan bij taal, weet Graham.
Kinderen leren vanzelf hun moedertaal terwijl ze
rekenen aangeleerd krijgen. Taal ligt dieper verankerd
in de hersenen dan wiskunde. Zonder de hersen-
gebieden die nodig zijn voor taal, kun je geen enkele
som oplossen. Voor een ingewikkelde rekensom
moet een leerling vooruit kunnen denken en gebruik
maken van het korte- en langetermijn geheugen.
Creativiteit wordt ook vaak toegeschreven aan alfa’s.
Terwijl een bètawetenschapper ook creatief moet
zijn: nieuwe ideeën aandragen en oplossingen voor
problemen verzinnen. Met andere woorden: taal-
en rekenvaardigheden overlappen elkaar voor een
groot deel.
BÈTA IS NIET ENG
Betekent dit dat de ‘pure alfa’ en ‘pure bèta’ niet
bestaan? Graham: ‘De een leert iets gemakkelijker
rekenen dan de ander, dat geldt ook voor taal.
Maar zo groot zijn de verschillen niet. Voor de meeste
mensen geldt: je kunt zelf kiezen welke talenten je
ontwikkelt, mits je gemotiveerd bent om te leren en
op de juiste manier les te krijgen.’ Graham vindt dat
de kloof tussen de twee kampen onnodig groot is en
dat er een onterechte angst heerst voor bètavakken.
‘We zouden kinderen duidelijk moeten maken dat
deze vakken niet eng zijn maar juist interessant en
nuttig in het dagelijks leven’.
Je kunt zelf
kiezen welke
talenten je ontwikkelt,
mits je gemotiveerd
bent om te leren en
op de juiste manier
les te krijgen!
14
15