Previous Page  48-49 / 182 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 48-49 / 182 Next Page
Page Background

Kennisnet in gesprek met… Han van der Maas

Hoogleraar Psychologische Methodeleer

aan de Universiteit van Amsterdam en initiator van Rekentuin

WAAROM IS DEZE VAARDIGHEID ZO BELANGRIJK

IN HET LEVEN, OP SCHOOL EN OP HET WERK?

‘Wat mij als hoogleraar en als ondernemer opvalt is

de mismatch tussen de startpositie van studenten en

scholieren enerzijds en de arbeidsmarkt anderzijds.

Vanuit bedrijven is er veel vraag naar mensen die

deze creatieve computervaardigheden beheersen.

Computerconsumenten zijn we allemaal, maar het

echt creatief kunnen inzetten van deze computer-

technologie gaat een stap verder.

Je hebt het overal voor nodig: even een website

maken, een video op YouTube zetten, geluid editen,

een Google-enquête opzetten of een formule in

Excel kunnen maken. Dat is handig op het werk of

bijvoorbeeld tijdens de studie: een student taalkunde

die met gemak een analyse kan uitvoeren op een

taaldatabase. Maar thuis je boekhouding kunnen

doen in Excel of een website kunnen maken voor

een maatschappelijk doel is ook heel wenselijk -

zo iemand hebben we allemaal nodig in ons clubje.’

HOE KOMT HET DAT ER EEN MISMATCH IS

TUSSEN HET ONDERWIJS EN DE ARBEIDSMARKT?

‘Dat begint bij de overheid: iedereen roept wel

dat programmeren en informatica belangrijk zijn,

van de eurocommissaris tot aan de minister, maar

dat belang wordt niet hard gemaakt in de praktijk.

Vakken die belangrijk zijn op school worden allemaal

getoetst via het centraal examen en informatica

niet. Sommigen zijn van mening dat kinderen

deze vaardigheden maar informeel moeten leren.

Maar wat denk je dat er gebeurt als we dat met

het vak Nederlands zouden doen. Dan kan straks

niemand meer correct d’s en t’s schrijven. Laat het

niet afhangen van persoonlijke interesse, want

daardoor kan nu nog maar een heel klein percentage

van de scholieren programmeren. Daarbij geef je als

overheid het signaal dat het dus niet belangrijk is.’

ZOU HET OOK ALS EEN VAKOVERSTIJGENDE

VAARDIGHEID GEZIEN KUNNEN WORDEN?

‘Zeker, maar op die manier kan je ook naar

Nederlands en wiskunde kijken, die heb je ook

overal bij nodig. En toch moet je er examen in doen.

Daarnaast wordt er nog teveel waarde gehecht aan

vaardigheden en kennis waar je eigenlijk niet zoveel

mee kan op de arbeidsmarkt, zoals Frans of de

Amerikaanse burgeroorlog.’

WAT IS JE BOODSCHAP AAN SCHOLEN?

‘Ik begrijp heel goed dat scholen weinig ruimte

hebben voor programmeren en informatica als

de overheid er niet meer prioriteit aan geeft via

leerdoelen. Er zal ook iets uit het onderwijsprogramma

moeten verdwijnen voordat er iets nieuws bij komt.

Het is voor hen behelpen. Er zijn overigens wel

voorbeelden van scholen die al veel op dit gebied

bereiken. Er zijn gratis en toegankelijke tools om

ermee te beginnen zoals de programmeertaal

Scratch of Netlogo om simulaties te maken. Maar,

een bijkomend probleem is dat de meeste docenten

hier niet voor opgeleid zijn.’

HOE KOMT DAT?

‘Mensen met een diploma in informatica kunnen

overal buiten het onderwijs heel goed betaald werk

vinden en daarnaast is het een drempel voor zij-

instromers om een eerstegraads bevoegdheid te

behalen. Docenten die nu andere vakken geven zijn

hier niet voor opgeleid en hebben het al enorm druk.

Zij die er wel mee aan de slag gaan moeten zelf leer-

middelen verzinnen, want ook uitgeverijen komen daar

niet zo snel mee als de overheid dat niet aanstuurt.’

(Bron: interview door Marianne Eggink (Kennisnet),

12 februari 2016)

WAT IS

COMPU-

TATIONAL

THINKING?

‘Ik zie computational

thinking graag als een

praktische vaardigheid.

Het gaat mij vooral om

creatief denken over het

inzetten van digitale tools

om een probleem op te

lossen. Een voorwaarde

daarvoor is het leren van

een programmeertaal

- dat draagt bij aan het

begrip van de mechanis-

mes achter technieken en

apparaten. Het is ook een

houding waarbij je zegt:

‘Nee ik heb nog nooit

met bijvoorbeeld Excel

gewerkt, maar als ik er

een middagje mee stoei

dan lukt het me wel.’

Met een goede basis

in een paar computer-

technieken en -talen

kunnen mensen redelijk

snel gebruik leren

maken van de nieuwste

computermogelijkheden.’

Computational

thinking

‘OP EEN CREATIEVE

MANIER PROBLEMEN

OPLOSSEN’

Het nieuwe model van de 21e eeuwse vaardigheden

bestaat uit 11 competenties die leerlingen nodig hebben voor

de maatschappij van de toekomst. Computational thinking is daar

één van. Han van der Maas - hoogleraar Psychologische Methodeleer

aan de Universiteit van Amsterdam en initiator van Rekentuin -

vertelt wat deze vaardigheid inhoudt en waarom

deze zo van belang is.

In Groot-Brittannië werd in september 2014 een compleet nieuw

curriculum voor het informaticaonderwijs geïntroduceerd, onder de naam

‘computing’. Britse kinderen leren dit nu vanaf hun 5e jaar. Als ze op hun

11e het primair onderwijs verlaten, kennen ze twee computertalen, kunnen

ze robots, smartphones en veiligheidssystemen besturen, en beheersen

ze de basisprincipes van netwerken en computational thinking.

In het voortgezet onderwijs bouwen ze hun kennis verder uit, begeleid

door natuurkundedocenten, wiskundedocenten, en IT-specialisten.

DE BELANGRIJKSTE LESSEN UIT GROOT-BRITTANNIË:

1. Ontwikkel een visie (wat wil je gaan onderwijzen en waarom?)

2. Zorg voor een gestructureerd lesplan

3. Doe mee aan buitenschoolse activiteiten

WILT U DE DIDACTISCHE ERVARINGEN

UIT GROOT-BRITTANNIË BENUTTEN?

Download dan gratis het rapport ‘Computing in the national curriculum.

A guide for primary teachers van M. Berry’ op

kennisnet.nl

GROOT-BRITTANNIË ALS INSPIRATIEBRON

46

47