![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0025.jpg)
Kennisnet in gesprek met… Han van der Maas
Hoogleraar Psychologische Methodeleer
aan de Universiteit van Amsterdam en initiator van Rekentuin
WAAROM IS DEZE VAARDIGHEID ZO BELANGRIJK
IN HET LEVEN, OP SCHOOL EN OP HET WERK?
‘Wat mij als hoogleraar en als ondernemer opvalt is
de mismatch tussen de startpositie van studenten en
scholieren enerzijds en de arbeidsmarkt anderzijds.
Vanuit bedrijven is er veel vraag naar mensen die
deze creatieve computervaardigheden beheersen.
Computerconsumenten zijn we allemaal, maar het
echt creatief kunnen inzetten van deze computer-
technologie gaat een stap verder.
Je hebt het overal voor nodig: even een website
maken, een video op YouTube zetten, geluid editen,
een Google-enquête opzetten of een formule in
Excel kunnen maken. Dat is handig op het werk of
bijvoorbeeld tijdens de studie: een student taalkunde
die met gemak een analyse kan uitvoeren op een
taaldatabase. Maar thuis je boekhouding kunnen
doen in Excel of een website kunnen maken voor
een maatschappelijk doel is ook heel wenselijk -
zo iemand hebben we allemaal nodig in ons clubje.’
HOE KOMT HET DAT ER EEN MISMATCH IS
TUSSEN HET ONDERWIJS EN DE ARBEIDSMARKT?
‘Dat begint bij de overheid: iedereen roept wel
dat programmeren en informatica belangrijk zijn,
van de eurocommissaris tot aan de minister, maar
dat belang wordt niet hard gemaakt in de praktijk.
Vakken die belangrijk zijn op school worden allemaal
getoetst via het centraal examen en informatica
niet. Sommigen zijn van mening dat kinderen
deze vaardigheden maar informeel moeten leren.
Maar wat denk je dat er gebeurt als we dat met
het vak Nederlands zouden doen. Dan kan straks
niemand meer correct d’s en t’s schrijven. Laat het
niet afhangen van persoonlijke interesse, want
daardoor kan nu nog maar een heel klein percentage
van de scholieren programmeren. Daarbij geef je als
overheid het signaal dat het dus niet belangrijk is.’
ZOU HET OOK ALS EEN VAKOVERSTIJGENDE
VAARDIGHEID GEZIEN KUNNEN WORDEN?
‘Zeker, maar op die manier kan je ook naar
Nederlands en wiskunde kijken, die heb je ook
overal bij nodig. En toch moet je er examen in doen.
Daarnaast wordt er nog teveel waarde gehecht aan
vaardigheden en kennis waar je eigenlijk niet zoveel
mee kan op de arbeidsmarkt, zoals Frans of de
Amerikaanse burgeroorlog.’
WAT IS JE BOODSCHAP AAN SCHOLEN?
‘Ik begrijp heel goed dat scholen weinig ruimte
hebben voor programmeren en informatica als
de overheid er niet meer prioriteit aan geeft via
leerdoelen. Er zal ook iets uit het onderwijsprogramma
moeten verdwijnen voordat er iets nieuws bij komt.
Het is voor hen behelpen. Er zijn overigens wel
voorbeelden van scholen die al veel op dit gebied
bereiken. Er zijn gratis en toegankelijke tools om
ermee te beginnen zoals de programmeertaal
Scratch of Netlogo om simulaties te maken. Maar,
een bijkomend probleem is dat de meeste docenten
hier niet voor opgeleid zijn.’
HOE KOMT DAT?
‘Mensen met een diploma in informatica kunnen
overal buiten het onderwijs heel goed betaald werk
vinden en daarnaast is het een drempel voor zij-
instromers om een eerstegraads bevoegdheid te
behalen. Docenten die nu andere vakken geven zijn
hier niet voor opgeleid en hebben het al enorm druk.
Zij die er wel mee aan de slag gaan moeten zelf leer-
middelen verzinnen, want ook uitgeverijen komen daar
niet zo snel mee als de overheid dat niet aanstuurt.’
(Bron: interview door Marianne Eggink (Kennisnet),
12 februari 2016)
WAT IS
COMPU-
TATIONAL
THINKING?
‘Ik zie computational
thinking graag als een
praktische vaardigheid.
Het gaat mij vooral om
creatief denken over het
inzetten van digitale tools
om een probleem op te
lossen. Een voorwaarde
daarvoor is het leren van
een programmeertaal
- dat draagt bij aan het
begrip van de mechanis-
mes achter technieken en
apparaten. Het is ook een
houding waarbij je zegt:
‘Nee ik heb nog nooit
met bijvoorbeeld Excel
gewerkt, maar als ik er
een middagje mee stoei
dan lukt het me wel.’
Met een goede basis
in een paar computer-
technieken en -talen
kunnen mensen redelijk
snel gebruik leren
maken van de nieuwste
computermogelijkheden.’
Computational
thinking
‘OP EEN CREATIEVE
MANIER PROBLEMEN
OPLOSSEN’
Het nieuwe model van de 21e eeuwse vaardigheden
bestaat uit 11 competenties die leerlingen nodig hebben voor
de maatschappij van de toekomst. Computational thinking is daar
één van. Han van der Maas - hoogleraar Psychologische Methodeleer
aan de Universiteit van Amsterdam en initiator van Rekentuin -
vertelt wat deze vaardigheid inhoudt en waarom
deze zo van belang is.
In Groot-Brittannië werd in september 2014 een compleet nieuw
curriculum voor het informaticaonderwijs geïntroduceerd, onder de naam
‘computing’. Britse kinderen leren dit nu vanaf hun 5e jaar. Als ze op hun
11e het primair onderwijs verlaten, kennen ze twee computertalen, kunnen
ze robots, smartphones en veiligheidssystemen besturen, en beheersen
ze de basisprincipes van netwerken en computational thinking.
In het voortgezet onderwijs bouwen ze hun kennis verder uit, begeleid
door natuurkundedocenten, wiskundedocenten, en IT-specialisten.
DE BELANGRIJKSTE LESSEN UIT GROOT-BRITTANNIË:
1. Ontwikkel een visie (wat wil je gaan onderwijzen en waarom?)
2. Zorg voor een gestructureerd lesplan
3. Doe mee aan buitenschoolse activiteiten
WILT U DE DIDACTISCHE ERVARINGEN
UIT GROOT-BRITTANNIË BENUTTEN?
Download dan gratis het rapport ‘Computing in the national curriculum.
A guide for primary teachers van M. Berry’ op
kennisnet.nlGROOT-BRITTANNIË ALS INSPIRATIEBRON
46
47