Previous Page  38 / 40 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 38 / 40 Next Page
Page Background

6.7

Reflectie op de stellingen

189

ā

ā

Op microniveau wordt de context bepaald door de inrichting van de taak of

het soort objecten, de affordanties van het materiaal en het gedrag van de

leerkracht. De leerkracht kan variëren in de mate waarin hij of zij de interactie

tijdens een taak structureert.

Op mesoniveau wordt de context bepaald door de onderwijsmethode en

de werkvormen(bijvoorbeeld het onderzoekend, ontwerpend en/of onderne-

mend leren).

Op macroniveau wordt de context bepaald door het onderwijsbeleid, bij-

voorbeeld van het ministerie.

ā

ā

Het begrip autonomie gaat enerzijds over de mate waarin ruimte aan de leer-

ling wordt geboden tot betekenisgeving, waarin hij zelf een probleem en een

oplossing of oplossingsrichting kan bedenken, en zelf kan exploreren en derge-

lijke. Anderzijds gaat het om de mate waarin ruimte is voor de leerkracht ge-

bruik te maken van de pedagogisch-didactische strategieën (zie paragraaf 5.4).

Onderzoekend, ontwerpend leren en ondernemend leren zijn bij uitstek geschik-

te werkvormen bij talentontwikkeling in de leeromgeving. Ze creëren contexten

waarin gehandeld kan worden in cyclische processen, die zijn afgeleid van de

empirische cyclus. Het gebruik van zo’n cyclus geeft structuur aan de interactie,

ondersteunt de autonomie van leerlingen en maakt het creëren van cognitieve

conflicten mogelijk. Door het volgen van een cyclus bereiken leerlingen via een

proces van zelforganisatie een hoger niveau van handelen en redeneren.

Externe leeromgevingen kunnen een belangrijke rol spelen bij de talentont-

wikkeling van leerlingen. Daarvoor is het nodig dat leerlingen talentvol gedrag

moeten kunnen laten zien. Een leeromgeving is geschikt wanneer die:

ā

ā

nieuwsgierig en enthousiast gedrag uitlokt;

ā

ā

exploratief gedrag en een onderzoekende houding ondersteunt;

ā

ā

het wetenschappelijk denken c.q. het nadenken & cognitief redeneren onder-

steunt;

ā

ā

mogelijkheden biedt tot het ontlokken van steun aan de omgeving.

6.7.2

Reflectie op de stellingen

Aan het begin van dit hoofdstuk stonden enkele stellingen ter discussie. Hier vind

je een korte reflectie op de stellingen, aan de hand van de inhoud die in dit hoofd-

stuk aan bod is gekomen.

1

Een taak bevindt zich in de zone van naaste ontwikkeling van de leerling wan-

neer deze op het niveau van die leerling wordt aangeboden en de leerling deze

geheel zelfstandig kan uitvoeren.