6
De taak en de leeromgeving
180
In de omgeving van Chen et al. (2015) zien we belangrijke kenmerken van een
sociaal-constructivistische en dynamische visie op leren:
ā
ā
Kennis ontstaat en wordt in sociale contexten geconstrueerd.
ā
ā
Autonomie en zelfsturing, nieuwsgierigheid en de onderzoekende houding
zijn sturende mechanismen.
ā
ā
Er wordt gestreefd naar het bereiken van een hoger abstractieniveau bij de
leerlingen.
ā
ā
Doelen worden nagestreefd op het gebied van kennisconstructie.
ā
ā
Er is aandacht voor interactievaardigheden zoals communiceren, meningen
respecteren, creatief omgaan met ideeën, willen verbeteren, ondernemend zijn.
6.6
Externe leeromgevingen
Externe leeromgevingen, zoals musea, sciencecenters, mobiele planetaria, ker-
ken of monumenten, zijn omgevingen die meer dan het klaslokaal passen bij het
‘echte’ leven. Vraagstukken uit het echte leven bieden ook prachtige aankno-
pingspunten voor leren op school. Bovendien biedt een bezoek aan een externe
leeromgeving uitgelezen mogelijkheden om vakken te integreren. Neem nu het
bezoek aan een molen. Leerlingen leren niet alleen waarvoor molens gebruikt
worden, maar ook wat de functie er vroeger van was, hoe de techniek veranderd
is door de jaren heen (geschiedenis en techniek), waar molens staan en waarom
(aardrijkskunde), nieuwe vaktaalwoorden zoals ‘stroomlijnroeden’, en schooltaal-
woorden zoals ‘als gevolg van’ (‘als gevolg van het verval van het water werd het
waterrad aangedreven’).
Externe leeromgevingen zijn strikt genomen informele leeromgevingen, omdat
ze buiten de context van de school zijn gesitueerd en georganiseerd. Niettemin
streven ze doorgaans wel educatieve doelen na. In het kader van TalentenKracht
zijn externe leeromgevingen van het Wetenschapsknooppunt Noord-Nederland
onderzocht (ook op de microtijdschaal). We beschrijven op welke wijze externe
leeromgevingen effectief kunnen worden ingezet bij het behalen van leerdoelen,
waaronder uitdrukkelijk ook houdingen en attitudes moeten worden gerekend.