6
De taak en de leeromgeving
178
Zo’n cyclus geeft je als leerkracht een structuur waarbinnen je vragen kunt stellen
tijdens het proces van ondernemen (zie paragraaf 5.4.2). Deze vragen laten leerlin-
gen meer nadenken, ook wel aangeduid als ‘minds on’-leren. Een dergelijke cyclus
geeft wel structuur, maar deze is niet belemmerend omdat je er flexibel mee om
kunt gaan in de interactie.
Tot slot laat het voorbeeld over ondernemende leerlingen in het kader hiervoor
zien dat binnen ondernemend leren leerlingen ook deelactiviteiten kunnen uit-
voeren met de cyclus voor onderzoekend of voor ontwerpend leren. Zo kan
bijvoorbeeld in het kader van het ondernemingsplan een onderdeel betrekking
hebben op het ontwerpend van een nieuw product. Deze deelactiviteit kan dan
volgens de cyclus van ontwerpend leren worden uitgevoerd. Zo heeft de leer-
kracht een krachtig instrument om leerlingen enerzijds autonomie te geven en
hen anderzijds uit te dagen met vragen en cognitieve conflicten.
6.5.3
De taak in digitale leeromgevingen
De omgeving van het tegenwoordige leren bestaat niet alleen uit fysieke en sym-
bolische (voorwerpen en teksten), maar ook uit digitale leermiddelen. In deze
paragraaf gaan we in op affordanties van digitale leermiddelen en digitale taak-
omgevingen. We sluiten af met enige informatie over de digitale omgeving als
ondersteuning voor dynamisch, sociaal-constructivistisch onderwijs.
Affordanties van digitale leermiddelen en digitale taakomgevingen
Tot nu toe hebben we het vooral gehad over affordantie bij fysieke objecten.
Di-
gitale leermiddelen
hebben echter ook affordanties. Bekend is het verschil tussen
kinderen en volwassenen rond de eeuwwisseling. De volwassenen uit die periode
waren vaak erg terughoudend met het aanklikken van grafische elementen uit
angst ‘de computer kapot te maken’. Kinderen daarentegen klikten op knoppen
dat het een lieve lust was. Dit voorbeeld illustreert dat de affordantie voor dezelf-
de waargenomen elementen sterk kan verschillen tussen personen.
Het kader hierna laat aan de hand van uitvindingen van kinderen zien dat deze
affordanties van digitale
devices
zelfs van economische betekenis zijn.
Digitale uitvindingen van kinderen
In de jaren negentig ontdekten kinderen de techniek van wat we thans sms’jes
noemen. Tijdens de opkomst van de mobiele telefoon ontdekten kinderen een
technisch bijproduct dat standaard gratis beschikbaar was op het toestel. Het
versturen van goedkope tekstberichtjes werd populair. Vervolgens – en dit illus-
treert erg mooi het principe van iterativiteit – bedacht men afkortingen omdat