37 / 86
37
Basisdocument motorvoertuigentechniek
welke werkvorm bij een product is gekozen, welk(e) beoordelingsinstrument(en)
bij het product horen en wie de beoordelaars zijn.
De resultaten van de beoordeling van de producten worden tijdens het proces
opgenomen in het linkergedeelte van de monitor. Iedereen kan daardoor de
stand van zaken van de productbeoordeling tot dat moment zien.
Wanneer alle producten van een fase met V of G zijn beoordeeld, wordt een fase
door je projectbegeleider voorzien van een GO in de monitor.
In het rechterdeel van de monitor staat aangegeven aan welke kerntaken en
werkprocessen je werkt bij het maken van de producten. Ook staan daar de
competenties die van toepassing zijn en waarop je beoordeeld wordt.
In de kolom daarnaast met ‘Prestatie-indicator of afgeleide daarvan’ staan ook de
criteria die voor de betreffende competentie gelden. Zo weten jij en je beoorde-
laars welk gedrag en welk resultaat wordt verwacht. In de kolom ‘Opmerkingen’
kan elke beoordelaar aantekeningen plaatsen over het gedrag of de resultaten
die je laat zien. Alleen heel opvallend gedrag en/of resultaten, zowel in positieve
als in negatieve zin, worden vastgelegd. Als er niets staat, heb je je werk naar
behoren (competent) gedaan.
De monitor vormt een goede onderlegger bij je uiteindelijke beoordeling. De
ingevulde monitor is een verantwoordingsdocument dat je kunt gebruiken om
aan te tonen dat je competent bent.
De monitor zoals hij wordt afgedrukt in de PW’s is niet volledig. De criteria bij
de competenties worden vanwege de omvang van het document niet opgeno-
men. De complete monitoren zijn beschikbaar in Excel.
6.8 Competentiescoretabel
Het Consortium Beroepsonderwijs heeft een competentiescoretabel ontwikkeld,
waar de mate waarin jij competenties beheerst per project kan worden geregis-
treerd. De benodigde gegevens staan in de monitor. Het Consortium Beroepson-
derwijs ontwikkelt een digitale leeromgeving waarbij een koppeling gemaakt
wordt tussen monitor en competentiescoretabel. zie bijlage 9.
In een tabel kan school, na het beëindigen van een project, aangeven op welk
niveau jij de competentie beheerst (figuur 3). Daarmee maakt school kenbaar of
jij aan het einde van een project de genoemde competenties al of niet naar de
verwachting van de opleiding beheerst.
Vervolgens wordt in een gesprek met jou het uiteindelijke resultaat van jouw
competentieontwikkeling vastgesteld en opgenomen in jouw definitieve
competentiescoretabel. De competentiescoretabel kun je dus als rapport zien
(bijlage 9). Hierin is namelijk in één oogopslag te zien hoe jij je hebt ontwikkeld.