W W W . V A L U E C H A I N . B E
8
VISIE
wij moeiteloos met de grootste enzymen-
producenten ter wereld aangezien dit maar
2% van het materiaal betreft dat we uit de
distels halen.”
De distels worden er in hun geheel verwerkt
tot polymeren, elastomeren en smeer-
middelen. “De koffiecapsules van Lavazza
bevatten vanaf dit jaar geen aluminium
meer. Het aluminium werd vervangen door
polymeren vervaardigd uit distels. De olie
die we uit de distels halen, kan gebruikt
worden als smeermiddel. We hebben machi-
nes om distels te oogsten moeten laten ont-
werpen door New Holland, dat ondertussen
die olie wereldwijd gebruikt als smeermid-
del voor zijn machines. Net zoals bij Ecover
gaat de olie rechtstreeks van de raffinaderij
naar de fabrieken van New Holland. En tot
slot halen we ook elastomeren uit de dis-
tels. Een belangrijke toepassing daarvan
zijn rubberen handschoenen. Die worden
vandaag nog hoofdzakelijk gemaakt op
basis van petroleumgebaseerde elastome-
ren maar kunnen perfect vervangen worden
door elastomeren die uit distels gewon-
nen worden. Afval, enzymen, polymeren,
olie, elastomeren en dan onkruidverdelger
als bijproduct. Dat zijn zes verschillende
cashflows die we uit één basisgrondstof
halen. Een grondstof die niets kost om te
planten. In Europa ligt naar schatting 15 mil-
joen hectare grond met distels op. Daar kan
je de haven van Antwerpen de komende
100 jaar mee bevoorraden. Maar wat doet
Antwerpen? Niets. Of toch: een pijplijn voor
petroleum naar Rotterdam bouwen.”
De distelchemie kent zijn oorsprong in
Porto Torres maar heeft zich de afgelopen
jaren uitgebreid over heel Italië. Italië is met
vijf zo’n omvormingen het eerste land dat
geen petrochemische kraakinstallaties meer
heeft. “Zonder sociale afbouw. De arbeiders
verdienen er evenveel als wat ze door de
chemische nijverheid betaald werden. Dat
kunnen we doen aangezien we alles wat we
uit de distels halen aan een lagere prijs kun-
nen verkopen dan de traditionele producten
waarmee we concurreren.”
Schaalvergroting
De sleutel tot succes ligt volgens Gunter Pauli in
het inruilen van één corebusiness voor meerdere
en de durf om de spelregels te veranderen. “ENI
heeft zich als petrochemisch bedrijf gerealiseerd
dat ze dit spel moesten spelen om hun toekomst
te verzekeren. En terecht. In die zes distelfabrie-
ken werd 840 miljoen euro geïnvesteerd. Een
bedrag dat al na drie jaar terugverdiend werd.
Nu kunnen we de asbestverwijdering uit onze
eigen cashflow betalen. Aan heel dit verhaal is
overigens niet één euro overheidssubsidie te pas
gekomen. Dat weigeren we uit principe. Als we
van bij de start concurrentieel zijn zonder subsi-
dies, weten we dat we tegen een stootje kunnen
als er ooit moeilijke tijden aankomen.”
Nog een voorbeeld van het creëren van meer-
dere cashflows uit één product is koffieafval.
Een van de eerste projecten die Pauli opstartte
met koffieafval waren de paddenstoelenkwe-
kerijen. Het afval van koffie is immers zeer
geschikt om paddenstoelen op te telen. Daar
zijn in Afrika al een 300-tal boerderijen mee
aan de slag. Maar het potentieel is veel groter.
“Het afval van de paddenstoelen die op koffie-
afval gekweekt worden, is op zijn beurt heel
geschikt als kippenvoer. We spreken vandaag al
over miljoenen tonnen afval dat als kippenvoer
wordt gebruikt. Maar nog veel groter is het
potentieel van koffieafval als chemisch product
dat geuren absorbeert in textiel. Kledingmerk
Patagonia en schoenenproducent Timberland
maken er al gebruik van, en ook BMW is over-
tuigd en gaat koffieafval verwerken in de polye-
ruthanen (verantwoordelijk voor de ‘nieuw’-
geur in wagens) in zijn wagens. Patagonia heeft
overigens een nieuwe productievestiging in
Colombia neergezet om dichter bij de koffie-
verwerkende sites te zitten. Meteen ook op het
vlak van supply chain een meerwaarde. En tot
slot kan koffie ook in de verfsector ingezet wor-
den. Koffie breekt immers niet af onder invloed
van ultraviolet licht. Door koffieafval in verf te
verwerken, schilfert ze niet meer bij blootstel-
ling aan te fel zonlicht.”
“Uit onze ervaring met koffie en distels is gebleken dat we met dergelijke businessmodellen de ratio van
één directe arbeidsplaats tegenover vier indirecte kunnen optrekken tot 1 directe tegenover 60 indirecte
arbeidsplaatsen”, zegt Gunter Pauli.