VERPLEEGKUNDIGE - Fase 1, 2 EN 3
18
Competentie E: Samenwerken en overleggen (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
systemen van risicosignalering
•
•
de EHBO
•
•
de gevaarscriteria
•
•
verschillende pijnanamneses
•
•
achtergronden van crisissituaties
•
•
methoden voor crisisinterventie
•
•
de specifieke wet- en regelgeving
in het dagelijks werk (BIG, BOPZ,
Arbo, WGBO, WBP, klachtrecht,
medezeggenschap, bewindvoering)
•
•
procedures voor het hanteren van
crisissituaties
•
•
de kwaliteitsnormen voor de zorg
•
•
het belang vanmultidisciplinair
werken
•
•
gangbaremethoden voor
informatieoverdracht en
verslaglegging in de zorg
•
•
vergadertechnieken
•
•
de feedbackregels
•
•
diverse presentatietechnieken
(spreekvaardigheid op 3F)
•
•
diverse gesprekstechnieken op 3F
(gesprekken 3F)
•
•
de theorie vanmethodisch werken
•
•
de verschillende observatietechnieken
•
•
de verschillende overlegvormen
•
•
de verschillende rapportagesystemen
en -technieken
•
•
vergadertechnieken
•
•
de werkzaamheden op een afdeling/
setting
•
•
de organisatiestructuur
•
•
de theorie over delegeren
•
•
de verschillende theorieën over
instructies geven
•
•
de rollen/taken en bevoegdheden in
het team
•
•
de rollen/taken en bevoegdheden van
betrokken disciplines
•
•
belangrijke hulpinstanties en
organisaties
•
•
de beschikbare informatiesystemen
•
•
de aspecten van werk en
beroepshouding
•
•
reflecteren op je handelen in onvoorziene
en crisissituaties
•
•
methodisch en planmatig werken
•
•
taken verdelen
•
•
met (elektronische) zorgdossiers omgaan
•
•
verschillende gesprekstechnieken en
gesprekstypen toepassen
•
•
begrijpelijke informatie verstrekken
•
•
doelen en prioriteiten stellen
•
•
kwaliteitsnormen toepassen in de praktijk
•
•
contacten leggen en onderhoudenmet alle
direct bij de zorg betrokkenen
•
•
multidisciplinair overleggen
•
•
samenwerkenmet andere
beroepsbeoefenaren
•
•
verschillendemethoden van verslaglegging
toepassen
•
•
op een zo objectief mogelijk manier
informatie overdragen
•
•
prioriteiten stellen
•
•
taken delegeren
•
•
toezien op de uitvoering van de
zorgverlening en de continuïteit van zorg
•
•
luisteren en samenvatten
•
•
rapporteren
•
•
overleggen
•
•
instructies en aanwijzingen geven
•
•
regel- en wetgeving toepassen binnen je
werk
•
•
vergadertechnieken hanteren
•
•
de voorzittersrol op je nemen
•
•
presenteren (spreekvaardigheid op 3F)
•
•
tijdig verwijzen naar relevante disciplines
en organisaties
•
•
omgaanmet formele en informelemacht
en gezag
•
•
teksten inschatten op bruikbaarheid voor
de praktijk (leesvaardigheid op 3F)
•
•
teksten samenvatten (schrijfvaardigheid
op 3F)
•
•
de zorg afstemmenmet betrokkenen
•
•
begrijpelijke informatie geven
•
•
advies vragen aan andere betrokkenen
•
•
duidelijke afsprakenmaken