VERPLEEGKUNDIGE - Fase 1, 2 EN 3
22
Competentie H: Overtuigen en beïnvloeden
Werkprocessen:
1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op
(BP 1.3, Proeve fase 1, BP 2.3,
Assessmentgesprek 1, Proeve fase 2, BP 3.1, Proeve fase 3)
Componenten:
overeenstemming nastreven, gesprekken richting geven, onderhandelen
Eindgedrag:
Je verzamelt gegevens over dreigende of bestaande gezondheidsproblemen om de zorg- en
ondersteuningsbehoeften van de zorgvrager, eventueel met informatie van naasten, in kaart te brengen.
Je voert een anamnesegesprek/intakegesprek met de zorgvrager, eventueel gesteund door naasten.
Je analyseert de verzamelde gegevens en stelt een verpleegkundige diagnose.
Je formuleert verpleegdoelen/ondersteuningsdoelen, kiest in voorkomende gevallen activiteiten en
interventies. Je formuleert het verpleegplan, bespreekt dit met de zorgvrager en betrokkenen en vraagt om
instemming.
2.2Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
(BP 3.1, BP 3.3, Verantwoordingsverslag 2,
Proeve fase 3)
Componenten:
ideeën enmeningen naar voren brengen en onderbouwen
Eindgedrag:
Je werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of
intervisiegroepen en door je kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten.
Je neemt deel aan onderzoeken die binnen de instelling verricht worden, gebruikt waar mogelijk
informatie uit wetenschappelijk onderzoek (Evidence Based Practice) en werkt mee aan standaard- en/of
protocolontwikkeling.
Je signaleert knelpunten of ontwikkelingen binnen de organisatie, onder andere door collega’s te bevragen en
doet voorstellen voor (beleids)wijzigingen.
Je onderzoekt/checkt of deze voorstellen haalbaar zijn.
Je werkt meemet kwaliteitszorgsystemen en ziet toe op naleving van protocollen en richtlijnen van de
organisatie.
Je bewaakt systematisch de kwaliteit van je werkzaamheden.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
overtuigingstechnieken
•
•
beïnvloedingsmethoden
•
•
het begrip ‘consensus’
•
•
veranderingsstrategieën
•
•
verschillende communicatievormen
•
•
de eisenm.b.t. Nederlands op 3F
niveau
•
•
de oorzaken, verschijnselen en
gevolgen van gezondheidsklachten,
veel voorkomende ziektebeelden
of stoornissen, beperkingen en
functioneringsproblematiek van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
•
•
de lichamelijke, psychische en sociale
gevolgen van behandeling, therapie,
onderzoek of chirurgische ingreep
•
•
de gezondheidstoestand van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
•
•
communiceren in helder Nederlands,
afgestemd op de doelgroep
•
•
gesprekken voeren op 3F niveau Nederlands
•
•
rapporteren op 3F niveau Nederlands
•
•
feedback ontvangen en op constructieve
wijze geven
•
•
controleren aan de hand vanmeerdere
technieken of de zorgvrager jouw
boodschap begrijpt
•
•
rekening houdenmet de verschillen in
leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
•
•
ideeën inbrengen
•
•
rekening houdenmet verschillende
belangen
•
•
op een overtuigendemanier argumenten
voor de verpleegkundige zorg geven en
onderbouwen
•
•
open naar
anderen
•
•
consequent
•
•
empathisch
•
•
motiverend voor
anderen
•
•
respectvol
•
•
gelijkwaardig
•
•
duidelijk in
standpunten
•
•
geïnteresseerd
•
•
nauwkeurig
•
•
secuur
•
•
systematisch
•
•
vernieuwings-
gericht
•
•
...................