COMPETENTIEWIJZER
23
Competentie H: Overtuigen en beïnvloeden (vervolg)
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
de behandeling en
(medicatie)therapieën en de
achtergronden zoals het levensverhaal
resp. voorgeschiedenis van de
zorgvragers binnen je branche/BPV
•
•
de inhoud van het zorgproces
•
•
hulpmiddelen bij het formuleren van
het verpleegkundige diagnose, het
verpleegprobleem, het verpleegdoel
en de planning
•
•
verschillende evaluatievormen
•
•
de inhoud van het verpleegdossier
•
•
de verpleegkundige theorieën
•
•
verschillende technieken om gegevens
te verzamelen zoals: observeren,
vragen stellen
•
•
de theorie over anamneses
•
•
de taken, verantwoordelijkheden,
grenzen van het beroep
•
•
bijwerkingen vanmedicatie
•
•
de bronnen waar aanvullende
informatie over de zorgvragers uit je
branche/BPV te vinden is
•
•
de specifieke wet- en regelgeving
in het dagelijks werk (BIG, BOPZ,
Arbo, WGBO, WBP, klachtrecht,
medezeggenschap, bewindvoering)
•
•
het sociale netwerk van de zorgvrager
•
•
de eisenm.b.t. Nederlands op 3F
•
•
evaluatiemethoden t.b.v. de
uitvoering en kwaliteit van de zorg
•
•
je eigen kwaliteiten, grenzen en
valkuilen
•
•
methoden voor bewaking en
bevordering van kwaliteitszorg
•
•
methoden voor kwaliteitsmeting van
de verpleegkundige zorg
•
•
methoden voor systematische
gegevensverzameling
•
•
wet- en regelgevingm.b.t. hygiëne,
veiligheid, Arbo, milieu en
duurzaamheid
•
•
wetgevingm.b.t. kwaliteitszorg
•
•
de basisprincipes over klantgericht
werken
•
•
de kwaliteitseisen, opgesteld door de
organisatie en/of branche
•
•
methoden voor bewaking en
bevordering van kwaliteitszorg
•
•
draagvlak voor de afgesproken
verpleegkundige zorg creëren
•
•
een duidelijke, gedetailleerde beschrijving
geven van voor de verpleging relevante
onderwerpen
•
•
op systematische wijze vragen stellen en
doorvragen
•
•
een anamnesegesprek voeren
•
•
gericht observeren en rapporteren
•
•
ordening aanbrengen in verkregen
informatie en deze analyseren,
interpreteren en beoordelen
•
•
de vragen, behoeften en verwachtingen
van de zorgvrager binnen je branche/BPV
in beeld brengen
•
•
actief luisteren, vragen verhelderen
en de zorgvrager helpen bij de
zorgvraagformulering
•
•
met de zorgvrager het verpleegplan
bespreken en hierover overeenstemming
bereikenmet de zorgvrager en betrokkenen
•
•
de gevolgen of consequenties van het
verpleegplan duidelijk maken aan de
zorgvrager
•
•
activiteiten plannen en uitvoeren
•
•
overleggen over onvoorspelbare, zeer
complexe situaties met ervaren collega’s of
leidinggevende
•
•
gebruik maken van geldende protocollen en
richtlijnen
•
•
communiceren op 3F niveau Nederlands
•
•
resultaten gebruiken van de evaluatie
en/of feedback, zodat de kwaliteit van je
werkzaamheden verbetert
•
•
kenbaar maken wat jouw kwaliteiten,
grenzen en valkuilen zijn
•
•
de kwaliteit van de werkzaamheden
bewaken
•
•
systematisch te werk gaan
•
•
de werkzaamheden verrichten binnen de
kwaliteitseisen van de organisatie en/of
branche
•
•
de relevante wetgeving toepassen
•
•
de kwaliteit van zorg bewaken
•
•
kwaliteitsonderzoek toepassen
•
•
beproefdemethoden toepassen
•
•
deskundigheid inzetten ter verbetering van
de kwaliteit van zorg