6.4
De taak als bouwsteen van een dynamische leeromgeving
161
Rationale van de taak:
De trapkogelbaan is een type
knikkerbaan met het mechaniek
van een nokkenas. De trapko-
gelbaan kan goeddeels uit elkaar
worden gehaald, waardoor de
werking van het mechaniek on-
derzoekend kan worden ontdekt.
De leerkracht nodigt de leerlin-
gen voortdurend uit voorspel-
lingen te doen over te verrichten
handelingen. Ook geeft de leer-
kracht tussendoor nieuwe, com-
plexere opdrachten. Hierdoor
komt het denkproces op gang en
vindt een speelse en diepgaande
verkenning van de mechanische
werking van het apparaat plaats.
Rationale van de taak:
(Voorafgaand aan de instructie
hebben leerlingen een videoclip
van een populaire rapper gezien.)
De rapper heeft een aantal
rijmwoorden in zijn tekst gedaan.
Hier zijn rijmende zinnen mee
gemaakt. De leerlingen krijgen de
opdracht zelf (in groepjes) een
rap te maken. Het materiaal be-
staat uit gekleurde kaartjes met
nonsenswoorden. Deze woorden
moeten worden verwerkt in de
rap; er mogen geen andere woor-
den worden gebruikt. Door deze
afspraak kunnen de leerlingen
belangrijke principes omtrent
maat, rijm, ritme en metrum
ontdekken.
Beschrijving van momenten uit de
interactie:
1 Tim begint gelijk te draaien aan
de slinger van de knikkerbaan.
Leerkracht: ‘Kijk eens wat ik heb
meegebracht.’
Tim: ‘Dat is een knikkerbaan.’
Leerkracht: ‘Ik zie geen knikkers.’
Tim: ‘Maar er zou een knikker op
kunnen …’
Tim demonstreert gedetailleerd
(zonder knikker) hoe de knikker
wordt getransporteerd. Tim test
zijn voorspelling met een knikker.
Beschrijving van momenten uit de
interactie:
1 De leerlingen wachten tot de
uitleg van de leerkracht klaar is.
Bij groepje 1 gaat men ervan uit
dat er een vaste volgorde van de
kaartjes is.
Er wordt meteen in een bepaalde
volgorde geoefend. Leerlingen
van groepje 2 gaan met de kaart-
jes schuiven. Wat is een leuke
volgorde?
Groepje 3 neemt kaartje voor
kaartje door. Eerst wordt gepro-
beerd het kaartje met sjoko*sjo-
ko*sjoko*sjoko*sjoko op een
ritme te krijgen. Tegelijkertijd
gaan twee van de leerlingen
uit het groepje met een ander,
tweede kaartje op dezelfde wijze
aan de slag.