Previous Page  11 / 40 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 11 / 40 Next Page
Page Background

6

De taak en de leeromgeving

162

2 De leerkracht biedt meer knik-

kers aan.

De taak wordt complexer ge-

maakt. Het materiaal maakt dit

mogelijk. Er volgt een nieuwe

ronde van experimenteren en

redeneren.

2 De leerkracht loopt langs de

groepjes. In groepje 1 vraagt ze

of de kaartjes ook in een andere

volgorde kunnen worden gerapt.

Volgens sommige leerlingen kan

dit niet, omdat ‘het dan niet

klopt’. De leerkracht vraagt het

voor te doen. Dan blijkt dat er in

ieder geval nog een andere volg-

orde mogelijk is. Zijn alle combi-

naties mogelijk? En hoe kan dat

dan? Ook de andere groepjes

krijgen begeleiding op maat.

De taak wordt complexer ge-

maakt door te experimenteren

met verschillende volgordes.

3 De leerkracht haalt alle treden

eruit, legt ze neer en vraagt Tim

of hij ze terug kan plaatsen.

Er volgt wederom een nieuwe

ronde van experimenteren en

redeneren.

3 Als alle leerlingen een defini-

tieve volgorde hebben gekozen

worden tussentijds gepresen-

teerd. Leerkracht: ‘Hoe kun je er

nu voor zorgen dat een ander

groepje jullie uitvoering precies

zo kan rappen?'

De taak wordt complexer ge-

maakt door op de kaartjes het

bedachte ritme te noteren. De

leerlingen bedenken zelf tekens,

die ze op een ander blad uitleg-

gen.

4 Voor Tim is de uitdaging nog

niet afgelopen. Hij wil het ook in

omgekeerde volgorde proberen,

van groot naar klein.

De taak wordt complexer ge-

maakt. Het materiaal maakt dit

mogelijk.

4 De leerlingen wisselen elkaars

‘notaties’ uit en gaan er nieuwe

elementen aan toevoegen, die de

rap nog spannender maken. De

leerlingen bedenken danspasjes

en bewegingen. Ook hier worden

notaties voor bedacht.